Disclaimer

De meningen ge-uit door medewerkers en studenten van de TU Delft en de commentaren die zijn gegeven reflecteren niet perse de mening(en) van de TU Delft. De TU Delft is dan ook niet verantwoordelijk voor de inhoud van hetgeen op de TU Delft weblogs zichtbaar is. Wel vindt de TU Delft het belangrijk - en ook waarde toevoegend - dat medewerkers en studenten op deze, door de TU Delft gefaciliteerde, omgeving hun mening kunnen geven.

Netjes antwoord geven hoeft niet altijd

‘Kudos’ voor Jaap van Deurzen die na de crash van het toestel van GermanWings in het RTL Nieuws beloofde om geen microfoon onder de neus van nabestaanden te duwen. Ik vind het als televisiekijker en als persvoorlichter hoogst ongemakkelijk om te zien hoe diepverdrietige mensen door de pers worden overvallen. Prima dus, als dit het begin van een nieuwe journalistieke koers is.

Je kunt natuurlijk zeggen dat mensen een keuze hebben om wel of niet antwoord te geven. Ik denk dat het niet altijd zo werkt. Zo’n microfoon onder je neus heeft iets dwingends. Zoals collega Michel van Baal zegt: “Je goede opvoeding zit je dan in de weg. Achttien jaar lang heeft je moeder je geleerd dat je netjes antwoord moet geven als je iets wordt gevraagd.” Maar moet dat wel altijd? Volgens mij mag het, maar het moet niet.

Invalshoek
Nieuws wordt steeds vaker ingestoken vanuit de menselijke invalshoek. Soms maakt een interview duidelijk wat de impact is van een gebeurtenis en soms is het gewoon een prettige afwisseling in een monoloog van de presentator. Journalisten interviewen dan bijvoorbeeld omstanders of ze zoeken op Facebook en Twitter, door de berichten te bekijken die mensen er over plaatsen.

Brand
Omstanders werden bijvoorbeeld geïnterviewd toen het gebouw van Bouwkunde een aantal jaren geleden afbrandde. Een medewerker van de faculteit luchtte voor de camera zijn hart bij een vriendelijke journalist terwijl het gebouw achter hem brandde. Hij werd nog maanden daarna, bij alles wat er gebeurde rond BK-city steeds weer gebeld, tot hij het meer dan zat was.

Boos tweetje
Zelf ondervond ik een paar jaar geleden ook hoe journalisten een tweetje kunnen oppikken. Ik wond me op over de berichtgeving over iets dat bij mij in de straat gebeurde en gooide er een verontwaardigde tweet uit. Niet veel later hing een lokale journalist aan de lijn die graag meer wilde weten. Oeps, daar had ik geen zin in, in mijn rol als woordvoerder mag je me altijd bellen, maar privé hoef ik niet zo nodig in de krant. Okee, daar had ik misschien aan moeten denken voor ik tweette, maar ja, soms reageer je uit je emotie. Gelukkig begreep deze journalist dat.

Overval
Bij de TU Delft maakten we al een paar keer mee dat journalisten na een ongeluk uitzochten van welke vereniging een student lid was en daar naartoe gingen op zoek naar een reactie. Facebook geeft dat soort informatie makkelijk prijs. Ik wil het beeld even schetsen: Je bent een jaar of 20, een van je vrienden is zwaargewond of overleden en terwijl je onderweg bent om met vrienden samen te komen kom je een journalist tegen, misschien wel met een camera: “Wat is het voor iemand? Dronk hij/zij veel? Vier jaar geleden is er toch ook al eens een studente verongelukt?! …”.

Afbeelding1

Heb je daar wel zin in?
Enfin, genoeg voorbeelden. In workshops plagen wij onze collega’s graag met dit soort ‘overvalletjes’ van journalisten. “Kent u decaan A? Aardige man? Werkt hard? Wist u van zijn wietplantage in de kelder? Hij is vanochtend aangehouden op Schiphol….”
De moraal van de oefening is: Zorg dat je weet met welke journalist je praat, waarom zij (of hij) je al die vragen stelt en neem even de tijd om te bedenken of je daar met haar over wilt praten. Heb je de informatie die je nodig hebt om een antwoord te kunnen geven? En heb je er überhaupt zin in? Is er iemand anders die de vragen beter kan beantwoorden? En vervolgens mag je naar de persvoorlichters verwijzen, of niet.

Eigen afweging
Zelf zou ik (denk ik) niet zo gauw een interview afgeven bij een gebeurtenis die me persoonlijk raakt. Het lijkt me niet prettig om nog lang erna steeds weer geconfronteerd te worden met (de emoties van) dat moment. Maar iedereen moet die afweging zelf maken.

Als persvoorlichter wil ik mensen graag helpen om die afweging te maken. Mijn collega’s en ik kunnen uitleggen hoe de media werken. Daarom vragen we om onze contactgegevens op te nemen als er bij een incident een intern mailtje uitgaat, zodat medewerkers of studenten naar ons kunnen verwijzen of zelf contact opnemen om met ons te overleggen. Soms blijkt uit ons gesprek dat ze wel met een journalist willen praten en kunnen we ze helpen om hun boodschap helder te krijgen. Soms is het voor hen gewoon prettig te horen dat ze een journalist naar ons mogen verwijzen, en dat het best okee is om eens niet netjes antwoord te geven als je iets gevraagd wordt. Maar nog mooier is het natuurlijk als een journalist bedenkt dat het soms ook niet netjes is om die microfoon onder iemands neus te duwen.

Be Sociable, Share!

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.

© 2011 TU Delft